Een aanbod dat getuigt van goede samenwerking in de regio

Noord-Holland Zuid is met 33 overheden om de tafel de grootste energieregio van Nederland. Daar komt bij dat de regio bijzonder divers is met landelijk gebied, metropool Amsterdam, Schiphol en industrie langs het Noordzeekanaal en in Westpoort. Programmamanagers Marco Berkhout en Roos Peeters hebben het proces naar de concept-RES begeleid. “Het was een uitdaging om alle overheden aan een gezamenlijke ambitie te committeren. Ik vind het een groot compliment voor de regio dat het gelukt is, aldus Berkhout.”

Het was een roerig proces naar de concept-RES, vindt Berkhout, “Pas in de zomer van vorig jaar was er duidelijkheid over het Klimaatakkoord. Vanaf toen zijn we in volle vaart in de uitwerking van het proces gegaan. Grootschalige opwek van duurzame energie is complexe materie. Voor mensen die wat verder van het onderwerp af stonden, was het moeilijk om het zich eigen te maken in het tempo dat we aanhielden. Maar we moesten wel tempo maken, wilden we aan de doelstellingen voldoen die door de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen binnen het klimaatakkoord waren afgesproken. En het is gelukt. De wil en de bereidheid van de betrokkenen om een steentje bij te dragen was groot.”

Ruimte geven
Berkhout en Peeters zaten om de tafel met de provincie, drie waterschappen en 29 gemeenten met ieder hun eigen dynamiek. “Binnen een grootstedelijke gemeente als Amsterdam is er veel ambitie”, aldus Berkhout. “Ze willen veel produceren, maar tegelijkertijd is er weinig ruimte. Alles is al bebouwd. In de meer landelijke gemeenten zie je dat er veel ruimte is, maar dat naast opwek van duurzame energie ook andere dingen belangrijk zijn, zoals open landschap, natuur en recreatie. Dat zijn waarden waar de regio ook belang bij heeft en waarde aan hecht. Knap dat alle betrokkenen elkaar vast wisten te houden en met respect voor elkaar tot een aanbod zijn gekomen.”

Omdat een groot deel van de regio bestaat uit stedelijke bebouwing, luchthaven, industrie en bedrijventerreinen, hebben gemeenten vooral langs de randen van die gebieden oplossingen gezocht vertelt Peeters. “Daardoor is de verstoring van het landschap minder groot. Onderlinge gesprekken tussen deelregio’s hebben bovendien geholpen om begrip te krijgen voor elkaar. De deelregio’s gaven elkaar ruimte om uit te leggen waarom ze tot een bepaald aanbod waren gekomen. Niet de verschillen werden onderstreept, maar de gezamenlijke ambitie.”

Breder perspectief
Noord-Holland Zuid doet in de concept-RES een aanbod van 2,0 TWh extra aan duurzame energie. Opvallend is dat deelregio Amsterdam met 0,7 TWh een groot deel van dat aanbod voor haar rekening neemt. Berkhout: “Amsterdam heeft laten zien dat ze het probleem niet naar de buren wil afschuiven. Ze probeert het onderste uit de kan te halen. Anderzijds kan de stad nooit haar eigen verbruik opwekken, dus ze heeft de gemeenten om haar heen hard nodig. Dat geldt overigens voor de hele regio. Noord-Holland Zuid blijft afhankelijk van energie van buitenaf. Maar het is goed om daarin niet te berusten en te laten zien wat wel kan.”

2,0 TWh extra is een grote opgave, erkennen de programmamanagers. “Het aanbod is realistisch voor dit moment, het is wat de regio nu kan”, zegt Peeters. “Maar tussen het aanbod in de concept-RES en daadwerkelijke realisatie van de opweklocaties zitten de nodige stappen. Sommige projecten sneuvelen misschien weer. We moeten het telkens in breder perspectief zien. Het kan zijn dat andere regio’s een realistischer aanbod doen met zoekgebieden die de voorkeur verdienen. In het vervolgproces moet dat verder onderzocht worden.”

“In de concept-RES laten gemeenten zien: dit is wat wij denken dat realistische zoekgebieden zijn”, vervolgt Berkhout. “Maar bedenk wel dat het een eerste proeve is. Er bestaat altijd de kans dat een gebied afvalt, zoals er ook gebieden bij kunnen komen. Het is goed dat we nu meer bieden dan nodig is. Als er gebieden afvallen, wil je die kunnen opvangen.”

Eigenaarschap bij gemeenten
Na de zomer start het proces naar RES 1.0. De programmamanagers zullen dat in beginsel ook begeleiden. “Heel belangrijk is om ook dan belanghebbenden op een goede manier te betrekken, om het proces zo in te richten dat belanghebbenden zich gehoord voelen. We moeten in de regio met elkaar in gesprek blijven. En we moeten de opgave blijven benaderen vanuit de economische en andere ontwikkelingskansen die de energietransitie met zich mee brengt.”

Belangrijk daarbij is dat het eigenaarschap bij de gemeenten blijft, vindt Berkhout. “Het eigenaarschap moet liggen bij degenen die de zoekgebieden verder moeten brengen. Vanuit het programmamanagement zullen wij gemeenten vooral faciliteren. En wel zodanig dat in het proces naar RES 1.0 een bestendige structuur ontstaat om door te gaan, ook als RES 2.0 gemaakt wordt. Wij als programmamanagers zijn geslaagd, als we volgend jaar afzwaaien en onszelf overbodig hebben gemaakt.”

Bekijk de concept-RES

Deel deze informatie:
Naar bovenNaar boven
Snel naar NH Noord
Snel naar NH Noord